dinsdag 11 mei 2010

De Toverdrank (1)

Ik weet nog goed dat Wim (Steinmann) me (bijna twee jaar geleden?) belde met de mededeling dat het Onafhankelijk Toneel  'Le Vin Herbé' van Frank Martin wilde programmeren en dat ze dat met ons wilden doen. Geweldig nieuws natuurlijk! Een nieuwe operaproduktie, en nog wel in een samenwerking waar we hele goede ervaringen mee hebben. Kwasi & Kwame hebben we gedaan in 2007. Mirjam Koen en Gerrit Timmers wisten toen in betrekkelijk korte tijd een hecht ensemble te vormen, waarvan je je ook als instrumentalist volwaardig lid voelde. Geen vanzelfsprekendheid. De sfeer was opperbest, de productie werd goed ontvangen en de zalen zaten vol. Zelfs de Stopera was twee keer uitverkocht.

Geweldig nieuws, dus!
Maar ik moet toegeven dat ik 'Le vin herbé' eigenlijk niet kende. De gekruide wijn, was een simpele vertaling, gebaseerd op mijn camping-Frans. Ik herinnerde me vaag wel dat het iets met het Tristan-verhaal te maken had, maar kon me geen voorstelling van de muziek maken. Zo raar was dat overigens niet. Ik kon maar één cd-opname vinden.
De muziek van Frank Martin kende ik vooral van de Ballade voor cello en piano, die ik tijdens mijn studietijd een aantal malen heb uitgevoerd, en Der Cornet, een prachtige vocale cyclus die ik nog met Sinfonietta Amsterdam op cd heb gezet. Ze spelen het toevallig deze maand weer in de Doelen. Niet meer met Jard van Nes, die dat destijds fenomenaal deed, maar met Christianne Stotijn, die dat zeker ook heel mooi zal doen.
Bij het RPhO herinner ik me alleen het Concert voor zeven blazers, pauken en strijkers, en dit seizoen speelde 440Hz de Fluitballade en de Etudes voor strijkorkest.
Gezien het feit dat Frank Martin zijn halve leven in Nederland heeft gewoond en tijdens zijn leven internationaal belangrijke pleitbezorgers had, valt er nog steeds veel aan promotie te doen.

Het beluisteren van de muziek maakte meteen nieuwsgierig. Het is geen stuk dat meteen alle geheimen prijsgeeft, maar dat we met iets bijzonders te maken hadden was wel duidelijk.
Vorig seizoen was er een (concertante) uitvoering van Capella Amsterdam en het Schönberg ensemble met Daniel Reuss, de dirigent die ook de cd-uitvoering dirigeert. Heel mooi gedaan, maar je merkt dat het lastig is om je aandacht vast te houden als je het verhaal niet kunt volgen. De tekst is essentieel in dit stuk. De muziek dient de handeling en de woorden. Dat zal in onze produktie geen probleem zijn.

We zijn ook nog, Wim, Gerrit Timmers en ik, op bezoek gegaan in het Frank Martin huis in Naarden. We werden daar zeer gastvrij ontvangen door mevrouw Martin, die, ondanks haar hoge leeftijd, uiterst levendig en gedetailleerd vertelde over haar man en zijn werk. Iedere componist mocht wensen dat er zo'n weduwe na zijn dood achterbleef. Aan het huis en het interieur is niets veranderd sinds het overlijden van de componist in 1974. Zijn vleugel, zijn potloden, zijn boeken en partituren. De wereld waarin hij de laatste helft van zijn leven doorbracht wordt zo enigszins tastbaar en inzichtelijk. Ik zie dat het OT een dergelijk bezoek ook voor haar bezoekers organiseert, en kan het geïnteresseerden alleen maar aanraden.

Intussen zijn we alweer een aantal maanden verder en zijn de repetities in volle gang. Het belangrijkste deel van mijn ontdekkingstocht zal nu beginnen. De interactie met de zangers, de werking van de spanningsboog tijdens de uitvoeringen, de keuzes van de regisseurs, de rol van mijn (cello)stem in het geheel, de relatie tussen de tekst van Bédier en de noten van Martin. Ik ben benieuwd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten