woensdag 7 maart 2012

Toch de euro

De Vrienden hadden geluk, vanochtend.
Een paar keer per jaar krijgen ze de kans bij een repetitie van het orkest aanwezig te zijn, in de keuken te kijken, maar het is altijd weer afwachten hoe die tijd door de dirigent en het orkest worden ingevuld.
In dit geval stond een van de mooiste soloconcerten uit het repertoire, Beethovens Vierde pianoconcert, op de lessenaars. En solist Lars Vogt is een kei in dit repertoire. Een vorige keer was hij hier met het Derde pianoconcert, maar die week herinneren we ons vooral vanwege dirigent Slatkin, die toen met een hartaanval in het ziekenhuis werd opgenomen.
Maar we hebben hem ook al weleens met een prachtige Brahms gehad.
En hij vindt het belangrijk om voor de jeugd op te treden. Rhapsody in School heet zijn initiatief waar hij in Duitsland furore mee maakt (http://www.larsvogt.com/%22Rhapsody_in_School%22.html). Hij wil het ook graag meenemen naar het buitenland. Misschien ooit nog eens in Rotterdam?

Vogt beperkt zich tijdens de repetitie niet tot het spelen van zijn partij maar bemoeit zich ook intensief  met de bijdrage van het orkest. Dat maakt het vast leuk om naar te luisteren.
Ik kon zelf niet alles verstaan van wat hij te berde bracht, dus dat zal in de zaal niet veel beter geweest zijn, maar het effect was vast wel duidelijk. Tempo, dynamiek, balans, karakter, het zijn allemaal zaken waarover overeenstemming moet worden gevonden.
En Beethoven maakt het ons niet makkelijk.
Zoals met zo'n eerste inzet van het orkest; na een quasi improviserende frase van de solist, meteen de juiste klank treffen, passend bij de verrassende harmonie, enigszins mysterieus wellicht, en uiterst zacht. En dan uitkijken dat het niet te langzaam wordt of te zwaar.
Grotere tegenstellingen wilde Vogt in het middendeel. Er zijn wel verhalen bedacht bij deze muziek, die Beethoven mogelijk ook in zijn hoofd had. Zoals over Orpheus, die met zijn harpspel de wilde beesten temt. Daarover ging het vandaag niet. De twee andere stukken, Enigma-variaties en Benvenuto Cellini, bieden al genoeg beschrijvende passages.

Waar ik me zelf steeds weer over verbaas zijn de passages voor cello-solo in dit pianoconcert.
Er zijn andere componisten die in hun pianoconcerten prachtige lyrische melodieën aan de solocello toebedelen, met voorop natuurlijk Johannes Brahms, maar bij Beethoven gaat het eigenlijk steeds om een begeleiding. Een korte passage in het eerste deel vind ik twijfelachtig, maar in de finale vult de cello de piano vaak aan met een soort pedaaltoon en andere versterkingen van de baslijn. Alsof de componist op zoek is naar extra mogelijkheden voor de piano als instrument.
En het mooiste is dan misschien nog wel de baslijn onder de tweestemmige melodie in de altviolen.
Je kunt je afvragen hoe het destijds bij de eerste uitvoering geklonken heeft, met een hammerklavier en een klein orkest. Als we er tenminste van uit gaan dat op die lange koude decemberavond in 1808 het orkest van het Theater an der Wien speelde. Met 22 strijkers (6, 6, 4, 3, 3) geeft dat een andere balans.
Op dezelfde avond ging overigens ook de Pastorale in premiere. En ook daarin maakt Beethoven originele combinaties. In de Szene am Bach zijn het twee solocello's die, met demper, het murmelen van de beek in de tweede violen en alten versterken.



In de Enigma-variaties zit wel een mooi romantisch moment voor de solocello. Het zijn maar weinig noten maar het mist zijn effect niet, aan het begin en eind van de twaalfde variatie, waarin Elgar zijn vriend Nevison portretteert. Nevison was amateurcellist en volgens dirigent Gardner ook inspirator voor het beroemde celloconcert.
In de daaropvolgende variatie neemt Elgar afscheid van een geheime vriendin die naar Nieuw-Zeeland vertrekt. Met een citaat van Mendelssohn (glückliche Fahrt) en het geluid van een scheepsmotor. Daarvoor was het nog even zoeken naar de juiste munten voor op het trommelvel. Engelse ponden, oude Nederlandse rijksdaalders? Uiteindelijk bleek de euro toch het best te voldoen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten