donderdag 29 maart 2012

tournee

Ik weet het nooit, als mensen me vragen met hoeveel musici we op het podium zitten.
Ik geloof, dat ik 'honderd' antwoordde, tegen het koorlid uit Toulouse. Wat ruim geschat.
'Nog meer dan wij!', want zij waren met tachtig.
'En komen jullie daarmee helemaal naar hier?'

Zo vanzelfsprekend is dat inderdaad niet.
Waarom zou een orkest uit Rotterdam in Toulouse gaan spelen, of in Ljubljana en Wenen?
In Toulouse hebben ze ook een orkest.
Ik heb het nooit gehoord maar Yannick had hen al gedirigeerd voordat hij naar Rotterdam kwam.
Ook Daphnis en La Mer in één programma, als ik het goed begrepen heb.



Nu kon hij laten horen hoe hij gegroeid is.
En hoe het klinkt als hij het met een orkest uitvoert dat hij kent.
De zaal zat vol en reageerde zeer enthousiast.
Ook Tugan Sokhiev. Hij is dirigent van het orkest daar, en wordt als een van de jonge talenten van dit moment beschouwd. Komend seizoen staat hij ook weer voor ons orkest.
Het eerste concert, met muziek van Beethoven en Mendelssohn, had Yannick opgedragen aan de slachtoffers van de terroristische aanslag op een Joodse school. De dader hield op dat moment nog de aandacht van de hele wereld op zich gericht, maar zou de volgende dag, tijdens onze Daphnis-repetitie, het leven laten.
Het is me vaker opgevallen dat Yannick een bijzonder vermogen heeft om direct een band met zijn publiek te bewerkstelligen. Een paar gemeende woorden in dergelijke uitzonderlijke omstandigheden versterken dat effect nog aanzienlijk.  
Een uitnodiging om terug te komen ligt er al.
Met het weer hadden we pech.
In Toulouse verwacht je de zon, het is tenslotte Zuid-Frankrijk, maar de regen huilde mee.

Het mooie weer troffen we in Ljubljana, een charmante stad, waar de Habsburgse geschiedenis je toelacht. Collega's vergeleken het met Praag, maar dan in het klein. Een smalle rivier, omzoomd met talloze terrasjes, doorklieft het centrum, met bovenop de rots een imposante burcht.
Tussen het hotel en de (nieuwe) zaal, stond nog een oud operatheater, waar de jonge Gustav Mahler  zijn Zauberflöte en Trovatore dirigeerde. Toen heette het nog Laibach en sprak men Duits.
Je voelt dat Wenen niet ver weg kan zijn.

Daar zouden we deze korte tournee afsluiten met twee concerten in het Konzerthaus. Minder beroemd, maar, zeker voor de Daphnis, niet minder geschikte zaal dan de Musikverein. Die 'gouden zaal' bezoeken we komende december weer, voor twee concerten met Beethoven en Mahler.
Yannick is meer en meer kind aan huis in Wenen, kort geleden nog met Tsjaikovski's Pathétique bij de Philharmoniker. De zaal zat nu beide avonden praktisch vol en een ook hier zijn we weer teruggevraagd.
Ook dat is een bevestiging van de waarde van de combinatie van Yannick met het RPhO als zijn eigen orkest en een reden om dit soort reizen te maken.
Het is ook goed voor het orkest, de kwaliteit, de onderlinge band tussen de collega's, de flexibiliteit van het spelen in verschillende zalen, de uitdaging om steeds het beste van jezelf te laten horen en de waardering van publiek in het buitenland te ervaren.
Overigens waren in Wenen een aantal van onze eigen Vrienden aanwezig, wat ook een goed gevoel geeft.

Wenen staat dit jaar in het teken van Gustav Klimt, maar ik heb me beperkt tot een expositie van tekeningen in studies in het Albertina. Fascinerend hoe met een paar potloodstrepen een wereld van gevoel of het karakter van een persoon kan worden vastgelegd. En hoe zal de vaak sterke erotische lading in het Wenen van Freud zijn aangekomen?
Na het verlaten van het museum komen we al spoedig langs het stadspaleis van Lobkowitz, het gebouw waar Beethovens Eroica voor het eerst tot klinken kwam. En zo is de cirkel rond, want dat stuk speelden we op het eerste en laatste concert van de tour .
Toevallig is het ook nog een Airbus waarmee we tenslotte weer op Zestienhoven landen, gemaakt in de fabrieken bij Toulouse.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten