De Gesellschaft der Musikfreunde in Wenen bestond afgelopen jaar twee eeuwen.
Maar in 1812 zaten ze natuurlijk nog niet in de Musikverein, dat in 1870 haar deuren opende. Ze begonnen in het paleis van Lobkowitz, dezelfde zaal waar Beethoven zijn Eroica ooit voor het eerst hoorde. Schubert is door de Gesellschaft als lid geweigerd en Brahms werd er in 1872 directeur. Een roemruchte geschiedenis.
Overigens leek Joop van Zijl in zijn commentaar bij het Nieuwjaarsconcert, in zijn vergelijking met het 125-jarige Amsterdamse Concertgebouw, de zaal met haar 200 jaar te feliciteren.
Hij had beter het Konzerthaus, de andere zaal van Wenen, kunnen noemen. Die vieren in oktober hun honderdjarig bestaan. Overigens was het in dezelfde maand, maar vijftig jaar later, dat Karajan de Philharmonie van Scharoun in Berlijn opende met de Beethovens Negende; 15 oktober 1963.
Her en der kan dus feest gevierd worden.
Misschien wel meer dan het afgelopen jaar.
Honderd jaar Pierrot Lunaire vond ik wel een belangrijke mijlpaal. Het is tenslotte één van de belangrijkste stukken van Schönberg, de vader van de Tweede Weense School. In 1912 in Berlijn voor het eerst uitgevoerd, maar nog steeds verontrustend modern.
Het feit is redelijk geruisloos voorbijgegaan.
Dat zal niet gebeuren met het eeuwfeest van de Sacre du printemps.
Decca bracht zelfs een cd-box uit met 38 verschillende uitvoeringen van Stravinksy's tophit!
Zou iemand die allemaal gaan beluisteren?
Wij spelen hem dit jaar ook nog met Yannick en niet alleen in de Doelen, maar zelfs in de zaal in Parijs waar de geruchtmakende wereldpremiere plaatsvond.
Een bijzondere eer, waar op deze plek zeker nog aandacht aan besteed zal worden.
2013 is vooral het jaar van twee opera-giganten, die al op het Nieuwjaarsconcert in Wenen klonken:
Verdi en Wagner. Beide geboren in 1813.
We zullen de komende maanden veel van en over ze horen. Te veel?
Minder aandacht zal gaan naar een derde steunpilaar van het muziektheater: Benjamin Britten, geboren in 1913. Ook hij heeft, naast een breed vocaal en instrumentaal repertoire, waaronder veel mooi cellorepertoire, een groot aantal meesterwerken voor de opera geschreven. En terwijl Wagner en Verdi zo'n jubileum nauwelijks nodig hebben, het misschien zelfs wel tegen ze zal gaan werken, zou het voor de verspreiding van het werk van Benjamin Britten goede kansen kunnen bieden. Wij zullen met het orkest een bescheiden bijdrage bij DNO leveren met een paar voorstellingen van Death in Venice, zijn laatste opera.
Opera Trionfo verricht deze week de aftrap met zijn voorlaatste opera, Owen Wingrave (1970).
Het was hier nooit eerder in het theater uitgevoerd, en oorspronkelijk voor de televisie gecomponeerd.
En wat gaat er gebeuren met Corelli?
Dinsdag is het 300 jaar geleden dat hij in Rome zijn laatste adem uitblies.
En aan het eind van deze maand zou Lutoslawski honderd zijn geworden.
Ik vermoed dat we er niet heel veel van zullen horen.
De Zaterdagmatinee heeft Karl Amadeus Hartmann dit seizoen in het zonnetje gezet, hoewel hij pas op 5 december 1963 is overleden. Het is zo'n componist die nooit echt doorbreekt maar, ook als programmeur, een belangrijke rol heeft gespeeld. Wij hebben, binnen korte tijd, ook in Rotterdam de meeste van zijn symfonieën al eens uitgevoerd, maar van een herhaling is het nog niet gekomen. Hulde voor de NTR.
Hindemith zou een goeie voor 2013-14 zijn, overleden op 28 december 1963.
Hij was een meesterlijk componist, vooral een goede ambachtsman, bovendien een virtuoos altviolist, die nogal eens werd weggezet als 'academisch'. Hin damit! Terwijl veel van zijn stukken het waard zijn om vaker gespeeld te worden. We zullen zien.
Francis Poulenc is voor een orkest niet makkelijk te programmeren.
Het Gloria hebben we nog weleens gedaan, en natuurlijk La voix humaine, met Cora Burggraaf in een prachtige enscenering van het Onafhankelijk Toneel, met ingang van dit jaar ter ziele. Maar een herneming zou zeer op zijn plaats zijn want niet alleen de componist, maar ook tekstschrijver Cocteau overleed in 1963.
Voor velen is 1963 natuurlijk vooral het jaar van de moord op Kennedy.
Ik was nog te jong, om te weten waar ik was toen dat gebeurde.
Maar 1963 was ook het jaar dat het Celloconcert in C van Haydn voor het eerst klonk, sinds het in een Praagse bibliotheek opdook. Het stuk ligt me na aan het hart, maar zal dit jaar niet vaker gespeeld worden dan anders. Dat hoeft ook niet.
Wat wel leuk zou zijn voor de cellisten onder ons en degenen die geïnteresseerd zijn in het 'echte' cellorepertoire is een schijnwerper op David Popper.
2013 als Popper-jaar.
Popper heeft veel cello-stukken geschreven, effectvolle muziek, maar de conservatoriumstudent kent hem in de eerste plaats van zijn opus 73, een bundel van veertig etudes onder de naam Hohe Schule des Violoncellospiels. Een hoeksteen uit het studierepertoire.
Sommige daarvan zijn het aanhoren zeker waard, maar het zijn vooral andere stukken die dit jaar veel gehoord moeten worden, zoals de Suite Im Walde, of het Requiem voor 3 cello's, de Spaanse dansen, de Elfendans, de Hongaarse rhapsodie en vele andere kleine meesterwerkjes. De stukken die de reizende virtuozen van de 19e eeuw in de salons speelden.
Maar misschien ook wel in de Musikverein, want hij was in de beginjaren van de zaal solo-cellist van de Wiener Philharmoniker. Eigenlijk hadden ze op 1 januari iets van hem moeten spelen.
Om het jaar goed te beginnen een uniek filmfragment van Emanuel Feuermann:
Mooi en ook wel een wat treurig overzicht van componisten die tussen wal en schip raken tussen de 'grote jongens'. Er staan wat namen in, zoals Britten, Lutoslawski en Hartmann, die om ombegrijpelijke redenen weinig meer op het programma staan, terwijl die vele prachtige en meesterlijke werken hebben geschreven; Waar blijft de orkestdirecteur met lef en visie die ook nog eens een brede kennis van het repertoire heeft en daardoor weet dat er meer is dan Beethoven, Brahms en Mozart? Die zit niet in Rotterdam, vrees ik.
BeantwoordenVerwijderen