zondag 20 januari 2013

Verrassende benoemingen

In Berlijn zijn ze er voorlopig vast nog niet uit.
Maar het bericht over de beslissing in Berlijn was nog niet koud of onze oosterburen brachten alweer een volgende verrassing: Valery Gergiev gaat Maazel opvolgen bij de Münchner Philharmoniker.
Een topdirigent naar een toporkest.
Lijkt een natuurlijke gang van zaken.
En toch heb ik me erover verbaasd.



Valery heeft sinds jaar en dag zijn hart en zijn agenda verpand aan het Mariinsky in Sint Petersburg.
Daar zal niet snel iemand tussen komen.
Wij mochten als Rotterdams Philharmonisch aanschuiven en hebben gedurende vele jaren mooie en spannende dingen gedaan. Ik ben blij dat we elkaar nog met enige regelmaat op het podium treffen.
Londen en het LSO, een orkest met een grote reputatie, dat gewend is om met weinig repetitietijd concerten en tournees te doen, leek een logisch vervolg. Zou hij daar nu afscheid gaan nemen of zijn agenda anders indelen?
Het is trouwens nog niet helemaal zeker, want de 'Stadtrat' gaat hier in de Beierse hoofdstad over, en die behandelen het voorstel komende woensdag. Dan zal ook duidelijk worden hoeveel tijd hiermee in het geding is.



Ik ken de Münchner Philharmoniker vooral als het orkest van Sergiu Celibidache, die twee keer naar Amsterdam kwamen om een Bruckner-symfonie te celebreren. Eerste de Achtste, een paar jaar later de Vierde. Indrukwekkend vond ik het, inspirerend, niet te vergelijken met iets anders. Zo moet je Bruckner spelen. De tijd stond even stil. Nou ja, even? De Vierde duurde toen wel anderhalf uur, geloof ik.
Maar Celibidache sleepte je mee in zijn langzame tempi, onontkoombare crescendi, eindeloze vergezichten.
Hij nam ook ruim de tijd om zijn programma's te repeteren, minitieus voor te bereiden.
Ik kan me voorstellen dat het orkest dat hij in de tachtiger jaren gevormd heeft nog steeds het orkest is wat nu in Gasteig zijn concerten geeft. Ondanks zijn opvolgers Levine, Thielemann en Maazel.
Thielemann paste het best in die traditie, in het cultiveren van een Duitse klank. Het is jammer dat hij met ruzie is weggegaan. Ook hij is een grandioze Bruckner-dirigent.
En wat zal Valery met het orkest gaan doen?
Hij heeft indruk gemaakt met een succesvolle Sjostakovitsj-cyclus, hoe kan het anders, en eind deze maand klinkt Bruckner 7 in combinatie met Goebaidoelina. Twee mystici.
Als het gaat werken, en dat hoop ik, kan het iets heel bijzonders worden.



Maar er waren nog andere benoemingen die de aandacht waard zijn.
Het Houston Symphony benoemde Andrès Orozco-Estrada, een 35-jarige Colombiaan, tot opvolger van Hans Graf als chef-dirigent. Twee jaar jonger dan Yannick, met ook zo'n moeilijk te onthouden dubbele achternaam, die desondanks de laatste tijd steeds vaker genoemd werd. Vermoedelijk wel iemand om in de gaten te houden.



Dat geldt zeker ook voor de opvolger van David Zinman bij het orkest van de Tonhalle in Zürich.
Een prestigieuzere post en een gerenommeerder orkest.
Zij kozen eind oktober voor de 26-jarige Lionel Bringuier, Fransman en enige jaren 'resident-conductor' in Los-Angeles bij Dudamel. Zijn naam werd ook in verband gebracht met de opvolging van Maazel in München, maar daar kiezen ze duidelijk voor een andere richting.
Om mee te maken of Bringuier werkelijk zo'n fenomenaal talent is, hoeven we niet lang te wachten.
Komende week staat hij bij ons in Rotterdam, met prachtig Frans repertoire. Alle reden om naar de Doelen te komen en met eigen oren een 'oordeel' te vormen.


8 opmerkingen:

  1. Je verwoordt het precies zoals ik over de toekomstige benoeming van Gergiev dacht, ik heb me er ook over verbaasd (en uit de felle reacties in de duitse pers lees ik dat ik hierin niet alleen sta). Kennelijk kiest men voor de naam ipv een dirigent die echt met een orkest wil werken aan een klank en stijl. Na Celibidache (die 4e en 8e herinner ik me goed, en hebben een onuitwisbare indruk achter gelaten, ik heb die werken nadien nooit meer zo horen spelen) heeft het orkest het met dirigenten als Levine en Maazel niet getroffen, sterdirigenten, die 'even' hun 'ding' doen, en dan weer verder gaan zonder echt te bouwen. Kennelijk is dit wat een orkestdirectie liever heeft.
    Ik kijk uit naar het debuut van Lionel Bringuier, eindelijk eens die meesterlijke 3e symfonie van Roussel op het programma, dat werd weer eens tijd

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik verheug me ook erg op die Roussel, die ik nooit gespeeld heb. En er is natuurlijk veel meer repertoire dat te weinig aan bod komt. The Gramophone had een tijd geleden de vraag geopperd 'Who were the great 20th century symphonists?'.
    Voor als je tijd hebt: http://www.gramophone.co.uk/forum/general-discussion/who-were-the-great-twentieth-century-symphonists

    BeantwoordenVerwijderen
  3. bij een CD recensie van Roussel's 3e (RSNO/Deneve, Naxos) stond deze terechte opmerking: Listening again to the masterful Third Symphony, one wonders why it is so scandalously neglected in the concert hall.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dit is wellicht een interessant artikel over de mogelijke verandering ten aanzien van de relatie publiek-orkest: http://www.independent.co.uk/arts-entertainment/classical/news/exclusive-orchestras-must-ride-the-wave-of-change-or-die-8463792.html

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Nog een kleine aanvulling, er stond nog een kort commentaar bij het artikel in de Indepedent en deze zin sprak me vooral aan: Conductors should talk to their audiences about the evening’s programme. Dit is iets waar ik het erg mee eens ben, want ik herinner me nog goed hoe Mark Elder dit deed bij het RPhO: een korte toelichting vanaf het podium: aanstekelijk, betrokken en nieuwsgierigmakend. Je ging daarna nog eens extra op het puntje van je stoel zitten. Hij kon door deze persoonlijke 'touch' duidelijk maken waarom hij de 4e symf van Sjost. zo'n belangrijk werk vond. De afstand tussen uitvoerder en publiek viel zo ook gelijk weg (Yannick heb ik dat ook een aantal malen horen doen). Die paar minuten deden dan ook meer dan de half uur durende inleiding in een andere ruimte voorafgaand het concert. Daarbij: je verrast een publiek er ook mee, want dat zijn ze niet gewend, programmaboekjes worden zelden meer echt goed gelezen en als dat wel gebeurt, dan is dat vaak tijdens de muziek, en dat kan toch nauwelijks de bedoeling zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Eelco, ik heb enorm genoten van het franse concert van afgelopen donderdag. Ik vond Lionel Bringuer briljant, gedetailleerd, wat koel, daardoor perfect voor deze franse werken. Zijn dirigeerstijl deed me soms aan Abbado denken. Het orkest speelde en reageerde uiterst scherp (en wat een prachtige vioolsoli!). En wat een genot om die Roussel 3 nu eens live te horen (ik ving na afoop enthousiaste reacties uit het publiek op). Het is een blijmakend stuk muziek. En wat is dat pianoconcert vd linkerhand toch prachtig, geen noot teveel. Maar oei, ik schrok van de vele lege stoelen, lang geleden dat ik een zaal zo leeg heb gezien, ik snap er echt niets van, diep treurig. Gelukkig reageerde het wel aanwezige publiek terecht zeer goed. Succes met de overige concerten, die hopelijk wel beter bezocht zullen worden. Ik hoop dat we Lionel Bringuer vaker voor het orkest zullen zien.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Gerard, dank je wel. Ik deel je enthousiasme. Afwachten hoe het publiek in Antwerpen vanavond reageert.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Veel succes! Misschien lezen we daar nog iets over dan op je blog, ben benieuwd

    BeantwoordenVerwijderen