Het jaar loopt op zijn laatste benen.
Was het het jaar van Wagner, of van Verdi? En Britten dan?
De media staan vol met terugblikken.
Hoogtepunten van een jaar.
En kersttoespraken natuurlijk.
Eerst maar even wat sombere woorden.
Een zieke chef-dirigent die we bij twee programma's in Rotterdam en een tournee hebben moeten missen.
We wensen Yannick natuurlijk een goede gezondheid toe, voor nu en nog vele jaren!
Ik heb begrepen dat het gelukkig beter met hem gaat, en we verheugen ons nog op een aantal mooie producties en een tournee dit seizoen. Maar je realiseert je wel weer hoe zwaar, en niet altijd even gezond, het leven van een dirigent is die succesvol is en de wereld rond reist.
We zijn de vier dirigenten die voor hem zijn ingesprongen dankbaar dat ze daartoe bereid waren.
Tatarnikov en Søndergård kenden we al van eerdere positieve ervaringen, Sieghart heb ik uitgebreid besproken in vorige berichten. Het spannendst was het debuut van Rafael Payares.
Als product van het Venezolaanse wonder El Sistema en leerling van Abreu is de associatie met Dudamel snel gemaakt, maar ik vond ze niet heel veel op elkaar lijken. Een ongelooflijk talent als 'The Dude' komt ook maar heel zelden voor. Hoever Payares komt met het veroveren van de muziekwereld is even afwachten. Hij heeft al wel een indrukwekkende lijst orkesten op zijn cv staan, en maakte bij ons in Sint Petersburg zeker een positieve indruk. Hij had duidelijk een eigen visie op de Brahms-symfonie en bleef in het lastige Vioolconcert van Sjostakovitsj opvallend rustig en accuraat. Die zien we vast een keer in Rotterdam met een programma waar hij zich normaal op kan voorbereiden.
Zijn gezicht kwam me overigens bekend voor. Later zag ik dat hij op de film-opnames van de masterclass van Harnoncourt, die ik in een vorig bericht meestuurde, nog solohoornist van het Orquesta Sinfónica Simón Bolívar was.
Het laatste RPhO-concert van dit jaar was tevens het laatste concert van collega Eekje Hoenderdaal als lid van onze cellogroep.
Het is altijd een moment van weemoed, de allerlaatste keer dat je met iemand samenspeelt die al zolang deel uitmaakt van het orkest, maar heeft ook iets feestelijks. Dat een collega in goede gezondheid de pensioengerechtigde leeftijd haalt en kan gaan genieten van een welverdiende rust.
De feestelijke stemming werd in dit geval helaas donker gekleurd door het bericht dat de nacht ervoor, volkomen onverwacht, een oud-collega was overleden. Violiste Fumi Arai had al een aantal jaren geleden afscheid genomen, maar was nog vaak te zien bij onze concerten samen met haar man, cellist Toshi Waki.
Ze waren onafscheidelijk en hij blijft nu alleen over.
Een zwaar lot, waarin we als oud-collega's hopelijk de leemte enigszins dragelijk kunnen helpen maken.
2013 was natuurlijk ook het jaar waarin de bezuinigingen van het vorige kabinet in de kunstenwereld goed zichtbaar werden. Terwijl een gedecimeerd Holland Symfonia verder moet met een grote kaartenbak en het Nationale Ballet van de directeur van de stadsschouwburg mag worden opgedoekt, zit de Stopera vele avonden vol met enthousiast publiek voor Doornroosje. Bizar. En de toekomst blijft onzeker.
Ik moet toegeven dat 2013 voor mij meer een jaar van Wagner geweest is dan van Verdi.
Niet alleen vanwege de uitvoeringen van Der fliegende Holländer in september. Bij het begin van de repetities had ik het plan opgevat om dagelijks een portie Wagner te gaan beluisteren, aan de hand van de cd-box Wagner's Vision. Alle opera's, afgezien van de vroegste werken, in live-opnames uit Bayreuth. Met de tekst, het libretto, in de hand zou ik het werk in chronologische volgorde beleven. Met dien verstande dat ik de Ring af zou luisteren voordat ik aan Tristan zou beginnen.
Soms was het maar vijf minuten, maar die dagelijkse discipline heb ik in het begin goed volgehouden.
Eigenlijk kwam de klad er pas echt in bij Parsifal. Misschien omdat ik die het beste ken.
Het slotaccoord klonk op tweede kerstdag. En ik vond het jammer dat het afgelopen was.
Ik heb er zeker een heleboel van geleerd en meer waardering gekregen voor verschillende aspecten van zijn werk, zoals de vroege opera's en de opbouw van de tekst. Bovendien was het genieten van meesterlijke zangers uit het verleden.
Bij Verdi zal zo'n aanpak niet werken, vermoed ik.
Bij Richard Strauss wel?
Zijn jaar begint morgen.
Ik wil er wel wat mee doen, maar zit niet meteen te wachten op een maandje Salome, Elektra en Rosenkavalier.
Een speurtocht door zijn brieven lijkt me spannender.
Hij was een meesterlijke brievenschrijver en heeft veel te melden. Niet alleen over zijn eigen muziek.
Over Wagner bijvoorbeeld, kan ik zijn mening delen als hij aan zijn vader, bekend om zijn afkeer van Wagner, schrijft (16 febr. 1890): Man sah wohl, dass Chabrier viel die Wagnerischen Partituren studiert hat, aber ohne die Kenntniss der deutschen Sprache, ohne welche man Wagner nur äusserlich erfassen kann.
De Duitse taal als onmisbaar element in Wagners muziek.
Leuker nog is wat dichter Hofmannsthal, tijdens de compositie van Der Rosenkavalier aan Strauss schrijft (6 juni 1910):... doch ist eine solche Gebundenheit an eine Melodie mir eigentlich sympathisch gewesen, weil ich darin etwas Mozartisches sehe und die Abkehr von der unleidlichen Wagnerischen Liebesbrüllerei ohne Grenzen, sowohl in Umfang als im Mass, - eine abstossend barbarische, fast tierische Sache, dieses Aufeinander losbrüllen zweier Geschöpfe in Liebesbrunst, wie er es praktiziert.
'Liebesbrüllerei ohne Grenzen'.
Mooi gezegd. En ik moet toegeven dat ik dat gevoel ook regelmatig heb gehad bij die opera's, maar de afgelopen maanden had ik daar geen last van.
Een mooi Wagner-jaar dus.
Op naar 2014