vrijdag 13 december 2013

ALMA-4

Een enthousiast publiek, gisteren, bij het eerste concert van de symfonie.
De muziek spreekt de mensen aan.
Ja, er is zelfs een Gustav Mahler Stichting in Nederland, die behoorlijk actief is.
Een aantal leden zat woensdag bij ons bij de repetitie, en hadden daarna nog een bijeenkomst, waar Eveline Nikkels me ook nog voor uitgenodigd had. Helaas was ik verhinderd, maar ik zag dat dirigent Sieghart wel aanwezig was. Ik kan me voorstellen dat hij daar nog een interessante bijdrage aan heeft geleverd.
Zulke activiteiten zouden vaker plaats moeten vinden, ook voor andere componisten.

Dat neemt niet weg dat een uitvoering uiteindelijk het meeste zegt over een stuk. Luisteren naar wat er klinkt, lezen wat er in de partituur staat.
En dat is bij zo'n symfonie een overvloed aan details waar het laatste woord nog niet over gezegd is.
Hij was als (opera-)dirigent natuurlijk ook innig vertrouwd met een schat aan repertoire.
Maar hij citeert ook zijn eigen muziek.
Zoals in de Finale, nadat we voor de tweede keer naar de lage C zijn afgedaald:
Bij 2.54 komen hier plotseling de Engelen, het voorlaatste deel uit de Derde. Maar dan niet vrolijk en luchtig, met kinder- en vrouwenkoor, maar Schwer, Marcato, pianissimo, in klarinetten, fagotten en hoorns.
Zouden de engelen moe of moedeloos zijn geworden?

Dat begin van de Finale zou een link met het Alma-thema uit het eerste deel kunnen zijn, aldus Andrew Thomson in de Musical Times.
Eerst maar eens het Alma-thema zelf, vanaf 2:45:
Wat voor soort vrouw heeft hij hier in tonen gevat?
Of laat hij hier vooral zijn eigen gevoelens horen?
En wat wordt het dan aan het eind van het deel?
Ik dacht eerst aan enthousiasme en geluk, maar al spelend voelde het toch meer als over the top, als een soort waanzin: vanaf 23:15!

Een interessant citaat, waar ik desondanks niets mee kan, is een motief uit het Eerste Pianoconcert van Liszt.
In deze opname met Haitink en de Chicago Symphony is het mooi in beeld gebracht als de trombone het presenteert (01:14). Misschien was het toevallig, Mahler kende het stuk natuurlijk, maar hij programmeerde het stuk wel in München als hij in november 1906 de Zesde daar presenteert.
Of was hier Liszt, de duivelskunstenaar, nodig, als tegenstelling tot de hemelse krachten.

Een betere kans op die positie krijgt de draak Fafner, uit Wagners Siegfried, die in het scherzo opduikt.
In de diepe laagte, uiteraard - er zitten veel afdalingen in de symfonie - aangevoerd door de tuba (31:48).
Behalve veel Alma, zit er misschien ook veel Freud in de symfonie?

Eens kijken hoe de mensen morgen in Heerlen reageren.

1 opmerking:

  1. Interessante serie hoor, Eelco. Ik las trouwens vandaag dat het orkest dat de premiere van de 6e verzorgde in Essen bestond uit het plaatselijke orkest en musici van het orkest uit Utrecht (goedgekeurd door Mengelberg), hoe zou dat geklonken hebben: http://books.google.nl/books?id=jUmBd7pwnQkC&pg=PA402&lpg=PA402&dq=mahler+essen&source=bl&ots=G9dKfDKiFS&sig=8UnwgH_8pTQTWQHEgQ14sjGaq7Y&hl=nl&sa=X&ei=WXOsUp6bHNH30gWp8YDIBw&ved=0CFEQ6AEwAg#v=onepage&q=mahler%20essen&f=false

    BeantwoordenVerwijderen