dinsdag 11 november 2014

Emperor

Nog zo'n titel.
Het Keizer-concert.
Of beter: Kaiser-konzert, want het zal wel Duits zijn.
Beethoven, tenslotte.
Maar die had de naam niet zelf verzonnen.
De beste titel voor zijn Vijfde pianoconcert blijkt 'Emperor' te zijn.
Johann Baptist Cramer was degene die de eerste uitgave verzorgde, in Engeland, en bedacht daarvoor de bijnaam. Ongetwijfeld uit financiële overwegingen.
Cramer was niet alleen uitgever, maar zelf ook een succesvol pianist, sterleerling van Clementi en geliefd als leraar. Hij zou in het bijzonder in trek zijn geweest als pedagoog voor jonge dames, wat hem de bijnaam 'Glorious John' opleverde.
Ik weet niet zeker wat men zich daarbij moet voorstellen.
Zeker is wel dat de ondertitel van Beethovens opus 73 raak gekozen was, want nog steeds wordt deze over de hele wereld en in vele talen gebezigd. En volgens experts niet zonder reden.
Lewis Lockwood bijvoorbeeld, in zijn recente biografie, over de naam: 'It carries weight: its evocation of grandeur, of the heroic, perhaps of the image of Napoleon, through its connections with the 'Eroica' (in the same key and with more than a few resemblances) fits well with important features of this work, especially compared with the restrained emotional worlds of the Fourth Concerto and the Violin Concerto.'
Ja, Es groot als heroïsche toonsoort werkt in dit stuk zeker overtuigend. Opvallend is wel, dat Beethoven deze toonsoort in dezelfde periode veel gebruikte, ook voor stukken met een totaal ander karakter, als het Pianotrio opus 70 nr.2, de Sonate opus 81a ('Les Adieux') het Strijkwartet opus 74 ('Harfen').
Over bijnamen gesproken...

Het lijkt ook een beetje ironisch om het keizerschap van Napoleon, waar Beethoven in de tijd van de Eroica zo woedend over was geworden, hier weer ten tonele te voeren. Zeker in een tijd, de zomer van 1809, dat de Franse legers voor de muren van Wenen staan, de bevolking moeten schuilen voor menige kanonskogel.
Aan de andere kant heeft de Oostenrijkse keizer Franz in die tijd niet een hele heroïsche rol gespeeld.
Wat mij betreft kunnen we deze titel bij het oud vuil zetten.
Uiteindelijk past het ook meer bij de tijd dat we Beethoven als de romantische getergde held met zijn wilde haarbos zagen. Zeg maar, een aantal decennia geleden.
En hoeveel solisten hebben zich door dat beeld en het keizerlijke, of moet ik zeggen 'strijdvaardige' karakter laten leiden?
Youtube staat natuurlijk vol met opnames van de allergrootsten uit heden en verleden. Je krijgt al een aardige indruk door de eerste twee minuten te vergelijken. De solist stelt zich voor met drie virtuoze cadensen voordat het orkest met het thema begint. Als een bokser die indruk wil maken op zijn tegenstander?
Overigens in Beethovens tijd een hele originele vondst!
Er is een opname met de befaamde Wilhelm Kempf, uit 1961 waarbij je de noten mee kunt lezen.
Vooral het 'espressivo', dat Beethoven tweemaal voorschrijft, wordt door nogal wat pianisten erg stevig geïnterpreteerd. Dat valt bij Kempf gelukkig mee.

Leuke beelden zijn er van Friedrich Gulda uit 1966.
De Wiener Philharmoniker worden geleid door Georg Szell. Een groot dirigent maar een moeilijke man. In Amsterdam spraken ze van Szell-straf als hij kwam dirigeren.
Gulda had ook een reputatie als eigenzinnig, die hij meteen waarmaakt als hij niet eerst de concertmeester maar zijn buurman een hand geeft. En dat in het traditionele Wenen!
   Een stevige aanpak.
Vele jaren later speelt, en dirigeert, hij het werk in München. Inmiddels in een outfit als jazz-pianist, en dat lijkt op zijn aanpak ook invloed te hebben.

Een interessant alternatief, elegant en gevoelig, biedt landgenoot Ronald Brautigam.
Hij lijkt zich nog het minst van de ondertitel aan te trekken.
Maar met de Weense meesterpianist Rudolf Buchbinder, die het deze week bij ons komt spelen, komen we vast meer in de buurt van een opvatting als die van Pollini:


Koninklijk en keizerlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten