zaterdag 17 oktober 2015

Vogelgeluiden

Wie van het fluiten van vogels houdt hoeft niet per se naar de Biesbosch.
Ook de Doelen is deze week een goeie plek. Na het Rotterdamse geluid van Pijper en Wagemans volgen, naadloos, twee programma's vol vogelgeluiden.
Al op zondag klinkt Le quattro stagioni van Vivaldi, als begin van een nieuwe serie op de zondagochtend getiteld Rise and Shine.
Niet alleen een nieuwe serie, maar ook het debuut van concertmeester Marieke Blankestijn als soliste en muzikaal leider van het orkest.

Dat belooft een breed palet aan muzikale klanken uit haar viool, virtuoos vuurwerk en intieme lyriek, maar, en daar gaat het nu even om, ook verschillende vogelgeluiden.
Dat begint al in het eerste deel van de Lente.
Canto de gl'Vcelli en Canto de gl'Augelli staat er in de partituur:
Wat voor vogels het zijn kan ik er niet uit opmaken (vanaf 1:30).

Bij de zomer wordt dat duidelijker als Vivaldi Il Cucco (1:26) benoemt.
Later komen nog La Tortorella (tortelduif, 2:21)en Il Gardellino (distelvink, 2:41).
Bij Janine Jansen hoor je ook hoe dicht ze bij de klank van de vogel wil komen. Meer dan veel anderen, die meer vasthouden aan de traditionele vioolklank, al dan niet in barokstemming. Ik ben benieuwd welke richting Marieke hierbij kiest.

Het meest voor de hand liggende instrument voor het nabootsen van een vogel is toch wel de fluit.
Geen wonder dat Beethoven die uitkiest voor zijn nachtegaal, aan het slot van het langzame deel van de Pastorale. Maar de nachtegaal is niet alleen. Bij de beek zitten ook nog een kwartel en twee koekoeken in de boom, dus de hobo en de klarinetten mogen ook mee doen.
Waar Vivaldi aan een enkele viool genoeg heeft, zet Beethoven vier houtblazers aan het werk.
Maar ze zullen verbaasd zijn geweest, op die ijskoude winteravond in 1808, want zo gebruikelijk is het niet om met een orkest de dierenwereld na te bootsen (12:26):
Deze Beethoven wordt donderdag en vrijdag gecombineerd met Das Lied von der Erde van Mahler.
En laat het in klank omzetten van de natuur maar aan Mahler over.
Vogels komen veelvuldig aan bod, vanaf de koekoek in de inleiding van zijn Eerste tot de laatste tekenen van leven op de Dag des Oordeels, vlak voor de magische inzet van het koor in de Tweede,
En natuurlijk ontbreekt het niet in de ode aan de aarde en het leven op die wereldbol.
Vooral in het vijfde lied, Der Trunkene im Frühling, waarin de Chinese dichter een vogel instemmend laat antwoorden op de vraag van een ontwakende dronkelap of het al lente is.
Horch! (1:50):
Een fluit, een piccolo zelfs, klinkt.
Maar ook een solo-viool.
Welke zou de vogel zijn?

Ook in het ongelooflijke laatste lied, Abschied, komen vogels ter sprake, maar inmiddels zwijgen ze:
Die Vögel hocken still in ihren Zweigen. Die Welt schläft ein. (8:44)


Toch kun je ze in de muziek horen. Niet alleen de fluit, de piccolo en wat mij betreft ook de hobo.
En de grote recitatieven die de solofluit daarna en al eerder in het deel (1:30) zijn voor mij ook vogels. De geluiden die klinken als het avond wordt.

Je zult maar fluitist in een orkest zijn en niet van vogels houden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten