maandag 7 maart 2011

B B

Ik heb weer een boeiende avond gehad in de Stopera gisteren.
Premiere van Billy Budd, Benjamin Britten.
En wat een ongelooflijke partituur is dat! Zo vol originele vondsten, vol kracht en expressie.

Telkens als ik Britten hoor, raak ik er meer en meer van overtuigd dat hij nog steeds veel te weinig gespeeld wordt. Zeker voor het muziektheater heeft hij zo'n belangrijk oeuvre nagelaten, dat het eigenlijk een schande is dat dit stuk nooit door een Nederlands gezelschap is uitgevoerd.
Hulde aan De Nederlandse opera!

Maar waarom hebben ze dan deze productie gekozen, die in 2007 in Frankfurt al eens ging?
Er zal vast een prachtig concept achter zitten en ik ken zeker overtuigende voorbeelden van actualisering van het verhaal van een opera, maar deze kon ik persoonlijk niet volgen. Ze zaten nu niet op een Engels oorlogsschip in 1797 maar op een Engelse zeevaartsschool, vermoedelijk in de jaren '30 van de vorige eeuw, want koning George VI hangt bij de rector aan de muur. Zou die daar in 2007 in Frankfurt ook al gehangen hebben? De verwijzing naar de stotterende koning die vorige week met The King's speach een Oscar won is frappant.
Minder overtuigend is de gymzaal waar een wedstrijdje kanonbouwen gespeeld wordt in plaats van een gevecht geleverd met een Frans oorlogsschip, dat onzichtbaar in de mist nadert. Geen zee, geen mist, maar knipperende lampen. De geloofwaardigheid van de onrust onder de officieren en het onvermijdelijke van de doodstraf die Billy, die gehinderd door zijn stotteren een officier dodelijk verwond heeft, krijgt, verdwijnt zo volledig. Voor een mannengemeenschap in de beperkte ruimte van een schip onder oorlogsdreiging en met het risico van muiterij, zeker in de jaren na de Franse Revolutie, gelden nu eenmaal andere regels dan op een school, hoe streng en hiërarchisch die ook kan zijn. En dan heb ik het maar niet over grote delen van de tekst die complete nonsens worden. Misschien is dat ook bijzaak.
Zoals aan het eind de naam van het schip, Indomitable, in de lucht blijft hangen, onbegeleid, bijna gesproken (geniaal van de componist!), zo heb ik dat schip tijdens de voorstelling gemist. Misschien had ik het tekstboek met uitleg moeten lezen.

De zee miste ik ook op het toneel, maar niet in de partituur. Geen componist die de zee met al haar karakters en gevaren zo mooi in muziek vertaalt.
Veel Britten dus hopelijk de komende jaren, zeker in 2013 bij zijn honderdste geboortejaar.
Misschien in de Gergiev Festivals, waarin nog veel water door de Nieuwe Maas zal stromen.

Overigens was voor mij Jaques Imbrailo in de titelrol de ster van de avond. Vooral zijn aria na de veroordeling wa van een ontroerende schoonheid. Een grote belofte voor de toekomst.
Hij zegt dat hij voor zijn stottermomenten advies heeft gekregen van Derek Jacobi, de acteur van I Claudius.
Daaraan valt, wat mij betreft, nog wel wat te verbeteren. Maar dat zal wel lastig zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten