dinsdag 24 mei 2011

Ohne mich, ohne mich jeder Tag dir so bang.

Het kopen van een kaartje voor de opera brengt risico's met zich mee.
Je weet nooit zeker wie je te horen krijgt. Bij zoveel zangers met zware rollen en tere stembanden kan er makkelijk iets misgaan. Maar zoveel als bij onze Rosenkavalier-productie heb ik nog niet eerder mee gemaakt. De opkomst van een aankondiger van DNO behoort inmiddels bij de vaste rituelen.

Gisteren was Kurt Rydl, onze Ochs, niet voldoende in staat om te zingen.
Hij voelde het 's morgens al.
Ik denk dat opstaan voor zangers veel spannender is dan voor gewone mensen. Vooral het moment dat je probeert of die stem nog goed zit, en je weet dat je later die dag een optreden hebt.
De hoop dat het voor de voorstelling nog goed zou komen moest hij uiteindelijk opgeven. Toen was er geen tijd meer om een vervanger in te vliegen, zelfs niet van Opera Zuid.
Gelukkig was er binnen de cast iemand die de rol goed kende. Runi Brattaberg is ingehuurd als politiecommissaris maar had de rol van baron Ochs, volgens de web-site van zijn management, als understudy voor de Met gedaan (http://www.musicaglotz.com/musiciens/brattaberg-runi-basse/). Hij moet de enige operazanger zijn met eigen (natuur)foto's op postzegels, en vermoedelijk trots op zijn afkomst van de Faeröer.


En hij was de enige die Rydl kon vervangen.
In dit geval alleen als zanger, vanaf de zijkant van het podium. Rydl speelde zijn rol zwijgend, totdat Brattaberg zijn eigen rol moest gaan zingen.

De rol van baron Ochs auf Lerchenau is een van de grote operarollen voor een bas.
Er zitten een paar hele lage noten in die er goed uit moeten komen. Dat zat gisteren wel goed.
Maar het is natuurlijk ook vooral een komische rol, waarin de tekst heel belangrijk is.
Aanvankelijk zou het ook de titelrol zijn, maar die ging uiteindelijk naar Octavian. En dat terwijl het vooral de vertolkers van de Marschallin zijn die de meeste aandacht trekken.
Ik weet niet of je beroemd kunt worden als Ochs. Kurt Rydl heeft er, als Wener en met meer dan 200 voorstellingen op zijn conto, wel een zekere reputatie mee opgebouwd.
Otto Edelmann, ook in Wenen geboren, is een (toepasselijke) grote naam uit het recente verleden.
Maar degene die, volgens mensen die hem hebben zien spelen, de rol het overtuigendst vertolkt heeft, moet Richard Mayr geweest zijn. Zoals de broemde sopraan Lotte Lehmann over hem schrijft: 'Mayr was Viennese, first and foremost, Viennese in what one might call the cosy, comfortable sense of the word, but at the same time an aristocrat. Rough-hewn, a country squire, nevertheless he was always surrounded by an aura of 'class'.'
Bij de Weense premiere, in april 1911, een paar maanden na de wereldpremiere in Dresden, was hij Ochs en Strauss had tegen hem gezegd dat hij steeds aan Mayr had gedacht bij het componeren van de rol.
Hij is te horen op de eerste registratie van de opera, opgenomen in 1933 in Wenen met Robert Heger als dirigent, maar daarbij is helaas het grootste deel van zijn rol weggevallen door de coupures.
Blijkbaar heeft hij de slotscene van de tweede acte een paar jaar daarvoor met Bruno Walter in Londen opgenomen. Duidelijk een studio-opname met het orkest erg op de achtergrond, maar fascinerend, niet alleen om te horen hoe Mayr zijn rol af en toe bijna spreekt en hoe subtiel Walter met tempi omgaat.

Aan het enthousiaste applaus na afloop te horen, heeft het publiek gisteren toch een mooie avond gehad.
Het moment dat Brattaberg in zijn eigen rol stapte, halverwege de derde acte, (en Rydl noodgedwongen zelf moest gaan zingen), zorgde onbedoeld maar begrijpelijk voor enige hilariteit. En of het meeste applaus nu naar de zanger of de acteur van Ochs ging weet ik niet, maar meestal het publiek artiesten in moeilijke omstandigheden wel te waarderen.

Dit was een noodoplossing, die de voorstelling kon redden.
Ik heb een keer meegemaakt dat een voorstelling niet te redden was.
Aan het eind van de eerste acte van Siegfried struikelde de tenor met desastreuze gevolgen voor zijn schouder en moest de voorstelling worden afgebroken. Het teleurgestelde publiek werd naar huis gestuurd en ook voor een orkest voelt dat erg onbevredigend. De meevaller was wel dat we gezamenlijk in de kantine naar een spannende voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal konden kijken.
Toch hoop ik dat de laatste twee voorstellingen deze week verdere ziektegevallen bespaard zullen blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten