zondag 4 mei 2014

Opvolging

Zo heel onverwacht was het niet, en toch was het groot nieuws.
Droevig nieuws.
Maris Jansons tekent niet bij als chef van het Koninklijk Concertgebouworkest.
En daarmee komt dus al over een jaar een eind aan een vruchtbare samenwerking.
Vruchtbaar niet alleen in de vorm van topuitvoeringen, maar Jansons heeft er met zijn intensieve manier van repeteren, zijn hoge eisen, voor gezorgd dat het orkest in topvorm is.
Daar kan iedere gastdirigent van profiteren.
Maar hoe moet het nu met zijn erfenis?
Het kan niet anders of het orkest moet al langer rondlopen met het idee dat er een opvolger gezocht moet worden. Het verlengen van een contract gebeurt zelden nog op zo'n laat moment.
Maar als ze al iemand op het oog hebben is het zaak dat geheim te houden totdat de zaak geregeld is.

Ik heb dat proces één keer van nabij mee mogen maken, toen we bij het RPhO een opvolger voor Gergiev zochten. Het is een delicaat proces, wat we toen met de komst van Yannick op een succesvolle manier hebben kunnen afsluiten.
Jan Raes, ik moet inmiddels zeggen 'baron Raes', was toen onze eindverantwoordelijke, die dat op een uitstekende manier heeft aangepakt. Bovendien heeft hij ervoor kunnen zorgen, en dat is minstens zo belangrijk, dat de samenwerking met de vorige chef-dirigent op een  passende manier werd afgesloten.
En zo kunnen we nog steeds profiteren van een uitstekende relatie met Gergiev.
Het programma van het komende Gergiev-Festival is net weer gepresenteerd.
Het lijkt erop dat Raes dat met Jansons in Amsterdam ook goed kan begeleiden, met hopelijk nog vele mooie producties na 2015.
Maar natuurlijk begonnen daags na de mededeling over Jansons de speculaties over zijn opvolging.
In de pers, en natuurlijk ook onder de collega's.
Het NOS-journaal suggereerde dat het geen probleem gaat worden, omdat elke dirigent voor die baan in de rij staat.Dat lijkt me niet realistisch.
Natuurlijk geldt het Concertgebouworkest als een van de grote orkesten ter wereld en is het een genot, maar ook wel een lastige uitdaging, om in die zaal te mogen werken. Maar niet iedere dirigent past daar, niet iedereen zal in staat zijn daar het beste uit zichzelf en de musici te halen.
Er moet chemie zijn tussen orkest en dirigent en zijn klankideaal moet passen op het karakter van het KCO.
De naam die vaak genoemd wordt, misschien wel het vaakst, en die ik ook hoog heb staan, is die van Andris Nelsons.
Hij is nog jong, landgenoot en protégé van Jansons, en zeer succesvol. Hij begint komend seizoen als chef in Boston en sluit een jaar later zijn chef-dirigentschap in Birmingham af. Dat zou naadloos kunnen aansluiten op een aanstelling in Amsterdam. Komende week is hij er weer, dus de zaal zal vast vol recensenten zitten die gaan inschatten hoeveel kans hij maakt.
Andere namen die genoemd worden zijn Daniele Gatti, die dit seizoen nog uitgebreid met ze de operabak in duikt voor Falstaff. Een warmbloedige Italiaan.
Ivan Fischer, Hongaar maar ook woonachtig in Amsterdam, gooit hoge ogen. Zijn samenwerking met het door hem opgerichte Budapest Festival Orchestra is een succes-story en met het KCO heeft hij ook al bijzondere dingen gedaan. Een man met een originele kijk op de muziek en het orkest.
Gustavo Dudamel komt op menig lijstje voor en geldt als meest succesvolle dirigent van zijn generatie, die ook al een paar keer in Amsterdam gedirigeerd heeft. Zijn stijl lijkt niet de beste match voor het KCO, maar de zalen zullen vol zitten, ook met jong publiek.
Simon Rattle wordt genoemd, maar hij en het KCO zijn juist een beroemd voorbeeld waarbij de samenwerking tussen een toporkest en een topdirigent mislukte.
Christian Thielemann is nog maar net in Dresden begonnen, en kan daar genoeg opera doen om niet te hoeven verlangen naar een andere stek.
Jaap van Zweden komt ook op de meeste lijstjes voor en wordt zelfs, bij DWDD, door Joop van den Ende naar voren geschoven. Van een afstand lijkt dat logisch en als er een Nederlandse dirigent is die voor deze post in aanmerking komt dan is hij het wel. Maar Van Zweden legt zelf terecht uit dat er meer bij komt kijken, en dat zijn voorkeur momenteel bij een aantal Amerikaanse orkesten ligt. Hoe lang zal Dallas hem nog vast kunnen houden? Hij komt volgend seizoen wel weer met een grote Mahler bij ons in Rotterdam.
Nog een laatste naam die rondwaart: Yannick.
Dat zou een verrassing zijn, zeker omdat hij het orkest nog nooit gedirigeerd heeft. Dat zal vast de komende jaren gaan gebeuren en misschien ook tot hele mooie resultaten leiden, maar het lijkt me nog te vroeg om daarop te speculeren.
Wij hebben net weer een mooie tournee met hem mogen doen, waar van alle kanten enthousiast op is gereageerd. Het was mooi om mee te maken hoe het verwende publiek van Berlijn maar bleef klappen, en bijzonder om in een periode van herdenkingen in Warschau de Pathétique te spelen. Voor details van de reis is de blog die Bart Diels heeft geschreven een aangename bron van informatie.
We zijn blij dat we met Yannick nog een paar jaar door kunnen werken, hoewel hij helaas de komende jaren beduidend minder aanwezig zal zijn.
Waar ik mij bijzonder op verheug is het Requiem van Verdi deze maand, met 'ons' prachtige koor uit Gent en een grandioos zangerskwartet, waaronder twee solisten uit de cast waarmee we Don Carlo bij DNO speelden. Dat wordt Verdi op zijn best!

En ondertussen denken wij  natuurlijk al rustig na over de opvolger van Yannick in 2018.

1 opmerking:

  1. Yannick dirigeert volgend seizoen 3 programma's bij het RphO in de Doelen. Kun je dan nog van een chef spreken?

    BeantwoordenVerwijderen