dinsdag 17 april 2012

Het geheim van dirigeren

Dirigeren blijft nog altijd een mysterie.
Regelmatig worden pogingen gedaan te analyseren waar de kwaliteit van een dirigent in zit, maar ik heb nog niet meegemaakt dat het geheim volledig ontsluierd werd.
Waarom staat Gergiev zo met zijn handen te wapperen, hoe kunnen jullie daarop spelen?
Wat heeft Yannick dat al die andere dirigenten niet hebben?

The New York Times heeft vorige week een artikel gepubliceerd waarin aan een zevental dirigenten werd gevraagd naar het geheim van hun techniek. Dirigenten die de afgelopen maanden in Lincoln Center en Julliard werkzaam waren. 'The Maestro's Mojo':
http://www.nytimes.com/2012/04/08/arts/music/breaking-conductors-down-by-gesture-and-body-part.html?pagewanted=all
Een paar van de dirigenten kennen we in Rotterdam toevallig erg goed, dus dat maakt het extra leuk om te lezen. Dat geldt zeker voor Conlon, Gergiev en Yannick, maar ook Bickett, Gilbert, DePriest en Zhang hebben allen weleens bij ons gedirigeerd.


De auteur, Daniel J. Wakin, verdeelt de analyse in zes onderdelen: right hand, left hand, face, back, lungs en brain.
Het gezicht, de gezichtsuitdrukking is toch vooral de ogen. De longen zijn vooral een metafoor voor de aandacht voor ademhalen. En dat is zeker niet onbelangrijk voor een dirigent.
Dat begint al met de opmaat die nodig is voor de eerste slag. Een goede opmaat maakt de slag zelf bijna overbodig. Maar het geldt zeker ook voor een natuurlijk frasering van de melodie, tijd nemen voor rustpunten, meevoelen met blazers en zangers die adem moeten halen. En strijkers moeten aangemoedigd worden adem te halen, aldus Yannick.



De beide handen zijn natuurlijk belangrijk, hun onafhankelijkheid, met of zonder stok. Dat Gergiev zelden een stokje gebruikt en zijn wapperende handbeweging komen ter sprake. 'Waggling' noemen ze dat, en zou van zijn achtergrond als pianist kunnen komen. Die theorie kende ik nog niet.
"Most difficult in conducting is to make the orchestra sing". Zo is het . En daar helpt een stokje niet echt bij. De tandenstoker, die hij bij ons nog weleens gebruikt, komt niet ter sprake.



Het gezicht is misschien nog wel belangrijker. Vooral de ogen. In de documentaire 'Conducting does not tire me' gaat Valery daar dieper op in. Hij laat in een masterclass zien hoe weinig een dirigent eigenlijk hoeft te doen. Het orkest speelt wel. Maar de ogen, de gezichtsuitdrukking, dat is 95% van het verhaal.
Via de ogen vindt een groot deel van de communicatie plaats, van mens tot mens. En het laat zien wat de dirigent zich voorstelt.
Maar er zijn ook dirigenten die het anders doen. Er wordt het voorbeeld genoemd van Karajan, die jarenlang zijn concerten met gesloten ogen dirigeerde. En Fritz Reiner, de legendarische chef-dirigent van de Chicago Symphony in de jaren '50.

Geen spoor van emotie in zijn gezicht en toch zijn de opnames 'completely electrifying'. Zo kan het dus ook.
Het andere uiterste is dan Bernstein die met uitsluitend zijn gezicht dirigeert. Een bekend youtube-filmpje!


Wat in het artikel niet genoemd wordt, en in de interviews ook vast niet ter sprake is gekomen, zijn de
benen.
De meeste orkestleden zien de benen niet of nauwelijks, maar de manier waarop een dirigent contact maakt met de vloer, stevig geaard of juist licht en dansend, werkt door in de rest van het lichaam. De rug wordt wel genoemd, en die heeft daar natuurlijk veel mee te maken. Vooral Yannick heeft daar interessante observaties over. Over het verschil tussen Karajan, trots als een heerser, en Giulini, dienend. Twee zeer verschillende persoonlijkheden en benaderingen van het fenomeen dirigeren, dat zich vertaalt in de klank van een orkest.

Als luisteraar in de zaal, afgelopen week bij een jonge talentvolle dirigent, viel me weer op hoe bepalend ook dat deel van de lichaamstaal is. Het fysieke contact van de dirigent met zijn omgeving, het podium, gaat door de voeten. En kijk maar eens hoe Gergiev tijdens die masterclass Schubert 9 dirigeert. Zonder zijn armen te gebruiken, maar op belangrijke momenten wel helemaal vanuit de benen.
En het zit hem ook al in de opkomst. De energie waarmee de dirigent zich naar de bok begeeft voordat de stilte intreedt voor de eerste noot.
Dat zou een studie waard zijn. 

Aan het slot van het artikel is het Conlon die het heeft over een 'intangible, charismatic element'. Nobody has ever bottled it. To which I say 'Thank God'.
Het mysterie zal gelukkig nooit helemaal verklaard kunnen worden.

Drie (voormalige) chef-dirigenten aan het woord in één artikel in een invloedrijke Amerikaanse krant is een leuk toeval.
En onlangs kwam, op internet, de naam van een andere RPhO-chef onverwacht langs. 
'Is this the oldest conductor still at work?'
Wie kent hem nog?  
Franz-Paul Decker.
Vijftig jaar geleden werd hij in Rotterdam aangesteld als opvolger van Eduard Flipse.
Hij is bijna 89 en komende week dirigeert hij de Alpen-symfonie van Strauss.
In Montreal, de stad van Yannick.

1 opmerking:

  1. Boeiend om te lezen! Gelukkig blijft het een raadsel waarom het bij de een wel 'lukt' en bij de ander de vonk niet overslaat (niets zinlozer dan de magiewegnemende werking van 'making offs' van een mooie speelfilm). Dat is het mooie en spontane van muziek, en daar komen dan ook nog 1001 medebepalende factoren bij. Het fragment met Reiner kende ik nog niet, ik heb talloze opnamen olv van die man gehoord en het is ongelooflijk wat hij uit een orkest kon halen (die Living Stereo's blijven nog klinken alsof ze gisteren zijn opgenomen), en als je hem dan zo ziet, zonder opsmuk, streng, met een emotieloze blik (wel een blik, zo heb ik gelezen, die je als orkestmusicus de grond in kon laten verdwijnen als er iets niet goed ging) dan snap je idd niet hoe dat kan. Bernstein heb ik een aantal keer live mogen meemaken met Mahler 1, 4 en 9 en Schubert, en dan gebeurde ook dat onverklaarbare; evenals de Bruckner uitvoeringen olv Sergiu Celibidache, je voelde de autoriteit van die man, een 'weten', maar ook de volledige overgave van zijn orkest, uniek is dat, muziek lijkt zichzelf dan te spelen.

    BeantwoordenVerwijderen