vrijdag 3 januari 2014

Nieuwjaarsconcert

Dit jaar was het Daniel Barenboim die de Wiener Philharmoniker in de Musikverein mocht leiden bij het traditionele Nieuwjaarsconcert.
Ik weet eigenlijk niet of Barenboim een intensieve relatie met het orkest of met de opera daar heeft, hij is ook niet de eerste waar je aan denkt bij Strauss-walsen, maar hij behoort zeker tot de dirigententop van dit moment. Dat maakt het interessant om hem bezig te zien en te horen welk repertoire hij gekozen heeft binnen het thema.
Behalve voor zijn dirigeren en pianospel verdient deze Argentijns-Israëlische dirigent alle lof voor zijn rol bij het vredesproces in het Midden-Oosten. Vooral zijn leiderschap van het West-Eastern Divan Orchestra, het jeugdorkest dat hij in 1999 samen met zijn Palestijnse vriend, literatuurwetenschapper Edward Said, oprichtte, wordt alom hoog gewaardeerd.
De Egyptische Mars en de wals Seid umschlungen, Millionen van Strauss jr. sloten naadloos op dit vredeswerk aan.

En er was natuurlijk aandacht voor Richard Strauss, 150 jaar geleden geboren. Geen familie van de Weense Strauss-dynastie, ook niet beroemd om zijn walsen, maar wel sterk verbonden met de Oostenrijkse hoofdstad. Zijn villa aan de Jaquingasse, waar nu de Nederlandse ambassade zetelt, is nog steeds eigendom van de familie. En veel van zijn muziek doet, ondanks zijn Beierse bloed, Weens aan.
Vooral natuurlijk de opera Der Rosenkavalier.
Maar daar was de keus niet op gevallen.
Het was de Mondschein-Musik uit zijn laatste opera, Capriccio, een van de hoogtepunten uit het late werk van de componist. De opera ging in oktober 1942, tussen heftige bombardementen van de geallieerden, in München in premiere.
Zou Barenboim met opzet die link met de Tweede Wereldoorlog, waarin de componist maar zeker ook het orkest een discutabele rol hebben gespeeld, hebben benadrukt?
De Wiener Philharmoniker is, mede onder druk van de publieke opinie, de laatste tijd bezig met het openbaar maken van onderzoek in de archieven naar het nazi-verleden, niet alleen tijdens maar ook na de oorlog. En dat verdient steun.

Wat blijkbaar niet iedereen meteen gemerkt heeft, hoewel het duidelijk te horen was, was dat Barenboim ook nog wel een verwijzing naar Der Rosenkavalier speelde.  De Dynamiden Waltz van Josef Strauss, de jongere broer van Johann jr., vormde het voorbeeld waaruit Richard Strauss zijn beroemde lijflied van baron Ochs vormde. Joop van Zijl hoefde zich dus niet te verbazen over het grote aandeel Josef Strauss dit jaar:
Die Ähnlichkeit soll unverkennbar sein::


Ook het RPhO speelt deze week een verzameling Rosenkavalier-walsen in haar nieuwjaarsprogramma.
En dan te bedenken dat het waarschijnlijk librettist Hugo von Hofmannsthal was die de componist op het spoor van de wals zette, als symbool voor het oude Wenen. Terwijl de opera zich afspeelt in de tijd van Maria Theresia, toen de wals nog helemaal niet bestond. Een anachronisme dus, die zeker heeft geholpen bij het enorme succes van de opera.

"Lassen Sie sich für den letzten Akt einen altmodischen, teils süssen, teils fechen Wiener Walzer einfallen, der den ganzen Akt durchweben muss." (24 april 1909) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten