donderdag 3 juni 2010

Opera aan de Maas

Het was goed om weer te merken hoe geschikt de zaal van het OT is voor kleinschalig muziektheater, voor kameropera. Een betrekkelijk kleine zaal, en dat was voor Frank Martin ook de ideale ruimte voor Le Vin Herbé.

En een echt operatheater, in de traditionele zin, mist Rotterdam nog.
Het leek er even op dat het nieuwe Luxortheater die leemte zou kunnen invullen, maar de programmering daar is toch hoofdzakelijk een andere richting opgegaan.
Dat Rotterdam toch een stad is waar opera een plek kan vinden blijkt nu weer bij de Operadagen, met een verscheidenheid aan aanbod op zeer uiteenlopende locaties. Opera is natuurlijk duur, hoewel je daar vele gradaties in hebt. Maar opera is zo prachtig, als het goed gedaan wordt, juist ook door dat samengaan van die verschillende disciplines in dat ene dramatische verhaal. En het is zo belangrijk dat ook dat genre een levendig onderdeel uitmaakt van het culturele leven in deze stad.

Ook in de Doelen geeft Neil Wallace op dat gebied steeds weer nieuwe impulsen. De verbouwde Grote Zaal biedt nu veel nieuwe technische verbeteringen, maar er is ook een dosis fantasie nodig om van een concertzaal een theater te maken. En ik moet toegeven dat de semi-scenische uitvoeringen van Mozart-opera's in het Amsterdamse Concertgebouw, door John Eliot Gardiner, tot mijn mooiste opera-ervaringen behoren. En waarom zou je dat resultaat niet kunnen bereiken in de Doelen?

Deze week leveren we daarvoor een bijdrage met Philharmonisch in een Franse double-bille met Yannick.
Een vroege Debussy, met veel invloeden van andere componisten maar ook al een duidelijke eigen stem. Massenet, Wagner natuurlijk, maar zelfs Puccini meen ik te horen. En wat voorbodes van Pelléas et Mélisande. De drie zangers staan voor het orkest en bewegende beelden op een groot scherm laten het verhaal van de verloren zoon in computer-animatie zien. Als ik het goed begrepen heb gebeurt er ook nog iets met acteurs in een decor achter op het podium, maar dat hebben we nog niet gezien. Muziektheater in de concertzaal.

Wat we al wel gezien hebben is Cora Burggraaf, die in datzelfde decor de hoofdrol in een Franse jaren 50 film speelt. Ze zingt met ons Le Voix Humaine van Poulenc, en wordt tegelijkertijd op beeld opgenomen en op het grote scherm vertoond. Een prachtige rol op een briljante tekst van Cocteau, die op dit moment ook als gesproken theaterstuk door het land tourt. Bij Cora Burggraaf vergeet je bijna dat ze zingt, zo sterk werkt haar persoonlijkheid op het witte doek. Geen verloren zoon in dit verhaal, maar een verloren geliefde, die aan de andere kant van de telefoonlijn hangt.
En een aanwinst voor de opera in Rotterdam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten